Auteur: Tom Franse
Van de VMBO scholieren die wij les gaven, gaf 73 procent aan dat zij liever via een app met vrienden praten, dan in het echt. Zeventig procent. Slechts 26 procent antwoordde met ‘in het echt’ als voorkeursoptie. We konden het niet geloven, maar ook bij navraag bleken leerlingen met een milde schaamte toe te geven dat zij liever online communiceren dan in het echt.
“We hebben tools ontwikkeld die de sociale structuur van samenleving ontwrichten” zei voormalig president van gebruikersgroei bij Facebook, Chamath Palihapitiya.
Als gastdocenten mediawijsheid, in contact met vele docenten, zien de trainers van TMI academy dit van dichtbij. Docenten worstelen met apparaatgebruik van jongeren. Er wordt gelachen wanneer we de onderzoeksresultaten laten zien: 2-4 procent van de leerlingen in het VO vertoont problematisch gamegedrag. “Eerder honderd procent!” wordt er geroepen. Ondanks de overdrijving, moet niet onderschat worden welke impact je als docent merkt van de meer en meer aanlokkelijke vormen van media.
Sinds de dagen dat Benjamin day bedacht dat je aandacht van mensen kon verkopen aan adverteerders, is dit de kern geworden van het verdienmodel van Big Tech. Meer aandacht is meer geld. Betere aandachttrekkers genereren dus meer geld. De beste aandachttrekkers? Digitale media.
Games en Social media apps zijn de nieuwe goudmijnen. Er daar gaan honderden miljarden per jaar in om. Honderden miljarden die gestopt worden in het ontwikkelen van een product dat de aandacht van jou en je kinderen zo goed mogelijk vasthoudt.
Probeer daar maar eens tegenop te boksen als docent. Of je wil of niet, je draait mee in de economie van de aandacht. Ook als vriend, vriendin, vage kennis of buurman. Wie iemands aandacht wil, moet concurreren met alle andere mogelijke richtingen van aandacht. Terwijl we als mens niet significant beter worden in het aandacht trekken, grijpen digitale aandachtsvangers steeds beter onze psychologische zwaktes om ons in TikTok, Fifa of Clash of clans te trekken.
Die media activiteiten prikkelen de gebruiker continu, om die zo lang en vaak mogelijk vast te houden. De mentale inspanning vanuit de gebruiker wordt zo minimaal mogelijk gemaakt. De infinite scroll, autoplay en aanbevelingsalgoritmes zijn hier enkele voorbeelden van. Goede gebruiksvriendelijkheid, maar er zijn veel aanleidingen om te geloven dat het je hersenen lui maakt. Overmatig gebruik van digitale media wordt zo onlosmakelijk in verband gebracht met een verminderde focus en verhoogde kans op afwijkingen zoals ADHD. Dit is geen verband uit een activistische blog, maar een doorgrondig onderzocht fenomeen. Hier enkele bronnen hiervoor.
Mediagebruik lijkt invloed te hebben op focus, overgewicht, depressie, een negatief zelfbeeld en geluksgevoel. Media beïnvloeden je brein dus op allerlei manieren, maar onderzoek legt nog maar het topje van de ijsberg bloot. Media worden meer en meer de middle man in communicatie. Daar betalen we een prijs voor.
Gebruik van sociale media stijgt. Al jaren. Hoe je het ook wendt of keert, andere tijdsbestedingen moeten daar plaats voor maken. Hoe verder ik in de stof duik, hoe meer deze verschuiving mij beangstigt. En dan is daar het resultaat van onze poll: 73 procent van de leerlingen communiceert liever met vrienden over een app dan in het echt.
Raar is het niet. Communiceren in persoon ontwikkelt nauwelijks. We krijgen er misschien hier en daar een woordje bij, maar een ‘kwarrel’ hier en een ‘dab’ daar boksen niet op tegen de magische face filters, een-klik-connectie en verslavende games die dagelijks voor ons geüpdate worden.
Als we niet in een wereld willen leven waar analoge communicatie (dus gewoon praten, weet je nog?) voor velen een uitzondering is – Als we niet in een wereld willen leven waar dat leven gedicteerd wordt door media conglomeraten die mensen degraderen tot aandachtskoeien, moeten we hier hard tegen in verzet gaan. ‘The attention resistance’ noemde Cal Newport het in zijn boek Digital Minimalism.
Als mens zijn we ontwikkeld om fysiek te communiceren: we hebben oogwit zodat de ander ziet waar we naar kijken, we hebben wenkbrauwen zodat onze expressie te lezen is, we blozen zodat we een gevoel van schaamte kunnen overbrengen zonder woorden te gebruiken en we huilen om empathie bij de ander op te wekken. Die connectie is niet te veinzen door digitale communicatie. Mensen zijn door en door sociale wezens en een digitale abstractie van dat gedrag zal ons hol en onvoldaan achter laten.
Om de absolute waarde van analoge communicatie te behouden moeten we ons er bewust van zijn dat we tegenstanders hebben. Tegenstanders als Google, Facebook, Apple, EA en Bytedance. Tegenstanders die miljarden pompen in applicaties die maar dolgraag een middleman van communicatie worden. Bedenk je eens hoe veel meer macht en geld Facebook zou hebben, als de enige mogelijkheid om je beste vrienden te contacteren via hun platform zou zijn.
De mensen in deze bedrijven zijn geen monsters, maar de winst impuls zal er ondanks goede intenties voor zorgen dat deze platforms een zo groot mogelijke rol in jouw leven innemen.
Om hiertegen bestand te zijn, moeten we leven naar onze waarden. Alleen met een ijzersterke filosofie over welke rol media in jouw leven speelt, kan je voorkomen dat de applicatie die keuze voor jou maakt. Alleen met ijzersterke discipline en een bewustzijn van activiteiten waar jij tijd in wil stoppen, kun je dit volhouden.
Alleen met keiharde regulering en openbaarheid van aanbevelingsalgoritmes kunnen we op de rem trappen bij Big Tech.
Alleen met een verandering in hoe wij media behandelen kunnen we er als samenleving voor zorgen dat wij media beheersen en niet andersom. Zo zorgen wij dat, wanneer de volgende generatie zegt: “Afspreken is voor opa’s”, dat is omdat ze het dan ‘chilloungen’ noemen. Niet omdat ze het niet meer doen.
